Utrechts Documentatiesysteem
2003.0002f
Vervolg artikel: Penders, Jean, "Wie weet is het halve werk al gedaan. Wordt het Utrechts Documentatiesysteem een nationaal kennisinstituut?".
Monumentenliteratuur: van zes reeksen standaardwerken, waaronder Monumenten in Nederland, de Voorloopige Lijst van de Nederlandsche Monumenten van Geschiedenis en Kunst en de Geïllustreerde Beschrijving daarvan, wordt per plaatsnaam een literatuurlijst gemaakt, met vermelding van de bladzijden. Dit is nu volledig gedaan voor Groningen, Drenthe, Flevoland, Gelderland, Utrecht en Zeeland. Aan Nederlands Limburg wordt nu gewerkt. Talloze andere naslagwerken zijn in dit proces meegenomen of waren voordien al uitgewerkt.

Gebouwen
Bij het uitwerken van de literatuur wordt voor veel specifieke bouwwerken een aparte literatuurlijst gemaakt. Dat hierbij kruisverwijzingen gemaakt worden tussen adressen en diverse namen en functies, spreekt voor zich. Dit sluit aan bij het streven de rijkdom van het bouwhistorisch onderzoek te ontsluiten. Een aantal bouwhistorici heeft zijn of haar oeuvre-lijst ingeleverd. Deze is vervolgens in literatuurlijsten uitgewerkt op bouwwerk, naam van de onderzoeker en eventueel onderzoeksbureau. De Stichting Bouwhistorie Nederland streeft naar het bevorderen van bouwhistorisch onderzoek, maar acht zich niet geroepen om uitspraken te doen over het werk van personen. Door documentatie.org te raadplegen kan de potentiële opdrachtgever zich zelf een oordeel vormen van het oeuvre van een bouwhistoricus en desgewenst de rapporten inzien; deze behoren, naar de mening van de SBN, beschikbaar te zijn in de bibliotheek van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg. Voor het UDS is het voordeel dat hiermee een ontsluiting bereikt wordt van wat genoemd wordt ‘het grijze circuit’: de relevante literatuur die bij onderzoek zo licht over het hoofd gezien wordt. En zo weet je of het halve werk al is gedaan.
Speciale aandacht wordt in het UDS geschonken aan bouwwerken van vóór 1300. Met name de Romaanse periode vormt een boeiend grensgebied tussen bouwhistorie, archeologie en architectuurhistorie. In de geest van het project van H.E. Kubach & A. Verbeek (Romanische Baukunst an Rhein und Maas) wordt ieder bestaand of verdwenen gebouw uit die periode van een eigen literatuurlijst voorzien. De begrenzing is nu niet architectuur-historisch, maar topografisch: de Benelux. De eerste pagina van een plaatsnaam geeft steeds een overzicht van dergelijke bouwwerken. Niet alleen de genoemde zes Nederlandse provincies zijn op deze wijze uitgewerkt, België en Luxemburg zijn al uitgebreid gedaan. Ook door het opnemen van Vlaamse bouwkundige termen wordt door het UDS de prille bouwhistorie in het zuiden gestimuleerd.

De stad Utrecht
De opzet van het documentatiesysteem is een goede ondergrond voor een uitwerking van de informatie tot op het het niveau van de panden zelf. Vele monumenten in binnen- en buitenland illustreren dit. Toch is de wens geenszins om alle informatie naar Utrecht te halen. Primair dient de ontsluiting decentraal te gebeuren, waarover straks meer. Als voorbeeld kan daarbij wel de stad Utrecht fungeren, alwaar door de vrijwilligers nu al twee decennia aan de ontsluiting van de geschiedenis van de gebouwde omgeving gewerkt wordt. De neerslag daarvan is te vinden in 20 meter ringbanden; een deel daarvan komt op internet. Hoewel het UDS tot nu toe geroemd werd om de prompte levering van tekst en beeld per pand, is, op grond van auteursrechten, de oude ‘knipselkrant-opzet’ niet zonder meer over te zetten. Zie verder volgende kaart